Zon, zee en smullen in Bretagne

De zomer komt er aan en veel mensen hopen dat we dan weer de grenzen over kunnen om vakantie te vieren. Het lijkt erop dat dit gaat lukken! Als voorpret voor het moment dat dat weer kan, neem ik je mee langs een paar fijne eetplekjes in Normandië en Bretagne.

Bretagne kun je natuurlijk in één dag rijden, maar ik vind het altijd fijn om van de route een roadtrip te maken, met een muziekje aan en een picknickmand op de achterbank, zodat je ook tijdens de  stops langs de snelweg lekker kunt eten.

Onderweg naar Bretagne

We vertrokken vanuit Zeeland, om via de Belgische kust Frankrijk in te rijden. Alleen al de route in Zeeland was zó mooi dat we onmiddellijk in de vakantiestemming kwamen en de ‘surfdude’ in onszelf naar boven voelden komen. Een aanrader als je eens op een andere manier naar Frankrijk wil rijden. Trouville in Normandië was onze bestemming voor de eerste paar dagen. We vonden een camping aan de kust, die ons een fabuleus uitzicht over strand en zee bood.

Vanaf die camping liepen we in een minuut of twintig over het strand naar het centrum van Trouville. Daar staan prachtige huizen aan het strand, die een Charles Dickens-achtige sfeer uitstralen. In Trouville vind je tál van leuke restaurantjes, zoals bijvoorbeeld ‘Les Etiquettes’ een klein restaurantje met een moderne uitstraling, waar ze typisch Franse gerechten serveren, zoals steak tartare.

Na een paar dagen trokken we verder naar Bretagne, naar Plouharnel: een schattig dorpje waar echt een surfsfeer hangt, zelfs nu het door Corona heel erg rustig was met toeristen. Plouharnel is ook een gunstige uitvalsbasis voor mooie plekken in de buurt, zoals Quiberon (een schiereiland waar je onder andere mooi kunt wandelen langs de kust), de megalieten van Carnac (rijen van menhirs (stenen) daterend van het 5^e millennium voor Christus) en leuke stadjes zoals St Goustan en Vannes. 

Lekker eten

Frankrijk heeft natuurlijk talrijke prachtige plekken, maar het fijnste van Frankrijk en natuurlijk Bretagne is toch wel het lekkere eten. Of je nou naar een restaurant gaat of naar de supermarkt, het is bijna een uitdaging om slecht te eten. In Plouharnel bleek een crêperie te zitten, waar ze fantastische crêpes en galettes serveerden: La Clef de la Presqu’île. Een heel sfeervol restaurantje met een miniterrasje en surfboards aan het plafond.

Crêpes en galettes zijn typisch Bretons en worden vaak vergezeld van een kopje cider uit een ‘bolée’ (aardewerken mok) .

Cider uit een kopje

Het was voor een theeleut als ik toch een kleine teleurstelling dat die leuke kopjes op tafel niet voor thee gebruikt werden. Maar cider uit een theekopje…ik ben voor. Crêpes en galettes kun je als tussendoortje eten, maar je kunt er ook een hele maaltijd van maken door te beginnen met een hartige pannenkoek, een galette, en af te sluiten met een zoete pannenkoek, de crêpe.

Voor mij was het nieuw dat het basisrecept voor galettes en crêpes verschillend is: galettes worden gemaakt met water, boekweitmeel en zout, en smaken daarmee van zichzelf al licht hartig. Aan het beslag van crêpes wordt suiker toegevoegd. Bij La Clef de la Presqu’île kun je crêpes en galettes zo simpel en zo feestelijk krijgen als je maar wil. Van een traditionele galette met ham, kaas en ei tot een galette met coquilles en prei. En van een traditionele crêpe met gezouten caramel, tot een crêpe met ijs, appel en banketbakkersroom.

De menukaart is zó uitgebreid, dat we blij waren dat we hier vaker terug konden komen om verschillende crêpes en galettes uit te proberen.  

Met je voetjes in het zand

Een andere plek mét surfsfeer is ‘Sunset snack bar erdeven’ in Kerhilio met je voetjes in het zand moules frites eten.

Franser kan niet toch? Voor mij biedt dit soort plekjes de ultieme vakantiebeleving: parasolletjes en zand, je kunt er heen zoals je bent (met je slippers aan en het zout nog in je haar), proosten met een lekker drankje en eenvoudig maar goed eten. In dit geval friet met mosselen of een burger. Groter is de keus ook niet ?.

Waar de keus wél uitgebreid is en waar een totaal andere vibe heerst, is de markthal van Vannes: Halles de Lices. De kunst van de Fransen om te genieten van eten zie je hier terug. Als je de dag een beetje goed uitkient, kun je ook de ‘gewone’ markt meenemen in je bezoek aan de stad. Echt een snoepwinkel als je blij wordt van lekker eten. Het leukste van de markthal vond ik het stukje met lokale producenten achterin. Hun kraampjes zagen er minder chique uit dan de kraampjes voorin, maar hun lekkers was veel traditioneler en heel erg lekker. Wij zagen zoveel lekkers, dat we het jammer vonden dat je maar drie keer per dag eet… Gelukkig heeft Vannes een prachtige tuin, waar je kunt picknicken met een deel van het lekkers dat je in de markthal haalt.

Naast de markthal is Vannes ook een heel leuk stadje om doorheen te lopen, met kleurrijke gevels en mooie gebouwen.

Ideaal voor een middagje struinen en flaneren, om daarna weer terug te keren naar de relaxte vibe van Plouharnel.

Natuurlijk is er nog veel meer te doen en te eten in de omgeving, maar dit waren een paar plekken waar wij het meest enthousiast over waren. Wat zijn jouw favoriete plekjes in Bretagne?

Check hier alle posts over Frankrijk